
Over de grens: insectenhotels in Duitsland, België en UK
Sep 26 , 2025
Insectenhotels zijn in Nederland inmiddels een vertrouwd gezicht in tuinen, parken en op balkons. Ze dragen bij aan biodiversiteit, helpen bijen en andere nuttige insecten, en zijn bovendien een mooie manier om mensen bewust te maken van het belang van de kleine bewoners van onze natuur. Maar hoe gaat men in andere landen om met insectenhotels en biodiversiteit? Een blik over de grens laat zien dat er volop creatieve, inspirerende en soms grootschalige projecten worden opgezet. Laten we eens kijken naar drie buurlanden: Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk.
Duitsland: groot denken en natuur integreren
Duitsland staat bekend om zijn liefde voor natuur en duurzaamheid. Niet verrassend dat insectenhotels daar al langer populair zijn, vaak op een indrukwekkende schaal. In veel Duitse steden worden insectenhotels geïntegreerd in openbare parken, schoolpleinen en zelfs langs snelwegen.
Een inspirerend voorbeeld komt uit Berlijn, waar stadsdelen samenwerken met scholen om enorme “bijenhotels” te bouwen. Deze hotels worden vaak gemaakt van lokale, natuurlijke materialen en zijn bedoeld om solitaire bijen, kevers en vlinders aan te trekken. De educatieve component is groot: kinderen leren niet alleen bouwen, maar ook observeren en rapporteren welke insecten er verschijnen.
Daarnaast zijn er in landelijke gebieden van Duitsland veel initiatieven waarbij boeren samen met natuurbeschermingsorganisaties werken aan het herstel van biodiversiteit. Door insectenhotels te plaatsen langs akkerranden, in combinatie met bloemenstroken, ontstaat een natuurlijk evenwicht dat zowel insecten als gewassen ten goede komt. Duitsland laat zien dat insectenhotels niet alleen een individuele hobby zijn, maar ook een essentieel onderdeel van grootschalige ecologische strategieën.
België: buurtprojecten en creatief hergebruik
In België zien we juist veel kleinschalige, maar zeer creatieve initiatieven. Buurtbewoners slaan de handen ineen om samen insectenhotels te bouwen en plaatsen ze vervolgens in parken, speelpleinen of gezamenlijke binnentuinen. Vaak wordt er gewerkt met hergebruikte materialen zoals oude pallets, terracotta potten of snoeihout. Dit geeft de hotels een unieke uitstraling en laat zien dat duurzaamheid en biodiversiteit hand in hand kunnen gaan.
Een mooi voorbeeld is te vinden in Antwerpen, waar de stad samenwerkt met scholen en verenigingen. Elk jaar wordt er een “insectenhotelwedstrijd” georganiseerd, waarbij klassen hun creaties kunnen inzenden. De mooiste hotels krijgen een plekje in het openbaar groen. Dit soort initiatieven zorgt voor betrokkenheid bij jong en oud en geeft insecten tegelijkertijd broodnodige nestgelegenheid.
Wat opvalt in België is de nadruk op gemeenschapszin. Waar in Nederland insectenhotels vaak in particuliere tuinen worden geplaatst, zien we bij onze zuiderburen veel projecten die mensen letterlijk samenbrengen rond biodiversiteit.
Verenigd Koninkrijk: kunst en educatie hand in hand
In het Verenigd Koninkrijk wordt biodiversiteit vaak gecombineerd met kunst en creativiteit. Grote sculpturen die tegelijkertijd insectenhotels zijn, duiken steeds vaker op in botanische tuinen en bij natuurcentra. Denk bijvoorbeeld aan het beroemde Eden Project in Cornwall, waar bezoekers niet alleen leren over ecosystemen, maar ook enorme kunstzinnige insectenhotels kunnen bewonderen.
Daarnaast zijn insectenhotels een vast onderdeel geworden van veel schoolcurricula. Engelse scholen moedigen leerlingen aan om hun eigen “bug hotels” te bouwen, vaak op speelse wijze met stapels hout, bladeren, riet en stenen. Deze hotels hoeven niet altijd strak en netjes te zijn; juist het chaotische uiterlijk maakt ze aantrekkelijk voor een breed scala aan insectensoorten.
Wat verder opvalt, is dat in de Britse media regelmatig aandacht is voor het belang van bestuivers. Campagnes zoals “Save the Bees” krijgen veel steun en insectenhotels worden gepresenteerd als een simpele, betaalbare bijdrage die iedereen kan leveren. Dit heeft ertoe geleid dat insectenhotels inmiddels in veel Engelse tuinen net zo gewoon zijn als vogelhuisjes.
Wat kunnen we in Nederland leren?
De voorbeelden uit Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk laten zien dat insectenhotels op veel verschillende manieren een rol kunnen spelen in de samenleving. Duitsland inspireert met grootschalige, systematische projecten die landbouw en natuur verbinden. België laat zien hoe krachtig buurtinitiatieven kunnen zijn om mensen te betrekken. En het Verenigd Koninkrijk bewijst dat kunst, educatie en media-aandacht insectenhotels op een creatieve manier op de kaart kunnen zetten.
Voor Nederland liggen er volop kansen. Denk aan het combineren van buurtprojecten met scholen, het opzetten van wedstrijden voor creatieve ontwerpen of het integreren van insectenhotels in grote stedelijke groenplannen.
Eén ding is zeker: of je nu groot of klein denkt, samen of individueel aan de slag gaat, insectenhotels zijn overal een symbool van hoop voor biodiversiteit. Door over de grens te kijken, ontdekken we nieuwe ideeën die ook onze eigen tuinen en buurten kunnen verrijken.