De invloed van klimaatverandering op insecten in Nederland

De invloed van klimaatverandering op insecten in Nederland

Oct 29 , 2025

Wat jij kunt doen om deze kleine helden te helpen

Klimaatverandering is al lang geen ver-van-ons-bedshow meer. Ook in Nederland merken we de gevolgen: zachtere winters, nattere lentes en hete, droge zomers. Dat heeft grote invloed op onze natuur – en vooral op insecten. Deze kleine dieren spelen een cruciale rol in onze ecosystemen, maar hun leefwereld verandert in hoog tempo. In dit artikel lees je wat er precies gebeurt, welke soorten daar last van hebben (of juist profiteren), en wat jij kunt doen om te helpen.

Warmere winters, verwarde insecten

Veel insecten gebruiken de winter om in rust te gaan. Ze kruipen weg in holle stengels, bladeren of – als ze geluk hebben – een goed insectenhotel. Door de steeds warmere winters raken veel soorten echter in de war. Sommige bijen of vlinders komen te vroeg uit hun winterslaap, terwijl er nog geen bloemen bloeien.
Het gevolg: ze vinden geen voedsel en sterven van de honger voordat het voorjaar écht begint. Vooral wilde bijen en dagvlinders hebben het hierdoor moeilijk.

Een voorbeeld is de citroenvlinder, die vroeger pas in april actief werd, maar nu soms al in februari vliegt. Dat klinkt leuk, maar het brengt het natuurlijke ritme van bestuiving en bloei in de war.

Droge zomers: bloemenstress en voedselgebrek

De hete, droge zomers van de afgelopen jaren hebben een nieuw probleem veroorzaakt: minder bloeiende planten. Veel wilde bloemen verdrogen al in juni, waardoor insecten in juli en augustus nauwelijks meer voedsel vinden.
Zonder nectar geen energie – en zonder energie geen voortplanting. Dat heeft gevolgen voor de populatie in het jaar erna.

Soorten die hier extra last van hebben zijn de metselbijen, hommelsoorten en zweefvliegen. Vooral de hommels, die in kolonies leven, hebben moeite om voldoende voedsel te vinden voor hun larven.

Meer regen, minder schuilplaatsen

Aan de andere kant zorgt klimaatverandering ook voor periodes van extreme regenval. Dat lijkt op het eerste gezicht onschuldig, maar voor veel insecten is het funest. Natte grond betekent minder nestplaatsen voor bijen die in de bodem broeden, en vochtige omstandigheden trekken schimmels en parasieten aan.
Ook insectenhotels kunnen te nat worden als ze niet goed beschermd staan tegen regen. Water in de bamboebuizen kan bijvoorbeeld larven laten verdrinken.

Winnaars en verliezers

Niet alle insecten verliezen door klimaatverandering. Sommige zuidelijke soorten, zoals de grote wolbij en de kolibrievlinder, profiteren juist van het warmere klimaat en worden steeds vaker in Nederland gezien.
Toch wegen die winnaars niet op tegen het verlies aan inheemse soorten. Nederland telt inmiddels ruim 350 soorten wilde bijen, maar meer dan de helft daarvan is bedreigd.

Wat jij kunt doen

Gelukkig kun je met kleine aanpassingen in je tuin, balkon of schoolplein een groot verschil maken:

  • Plaats een insectenhotel op een droge, zonnige plek, uit de wind en regen.
  • Plant inheemse bloemen die in verschillende seizoenen bloeien, zoals slangenkruid, wilde marjolein en klaproos.
  • Laat bladeren en takken liggen in de winter, zodat insecten een natuurlijke schuilplek hebben.
  • Vermijd pesticiden: zelfs biologische bestrijdingsmiddelen kunnen nuttige insecten schaden.
  • Zorg voor water – een klein schaaltje met kiezels helpt insecten drinken tijdens droge periodes.

De toekomst ligt in onze handen

Insecten zijn onmisbaar voor bestuiving, compostering en als voedselbron voor vogels. Hun achteruitgang raakt dus uiteindelijk ook ons. Door klimaatverandering hebben ze het moeilijker dan ooit, maar met bewuste keuzes kunnen we helpen.
Of je nu een grote tuin hebt of een klein balkon: elk beetje groen helpt. En elk insectenhotel telt.